CPR: hoe zit dat nu met machines?

Jaarlijks sterven er in Europa 4000 mensen als gevolg van brand. Aangezien 90% van de branden plaatsvindt in gebouwen en we daar ook 90% van de tijd doorbrengen, heeft de Europese wetgeving Construction Products Regulation (CPR) tot doel om risico's tijdens brand in gebouwen te verminderen. CPR is ingevoerd in juli 2017 en zorgt voor eenduidigheid over de classificatie van het brandgedrag van kabels in Europa. 

Construction Products Regulation (CPR) is een Europese veiligheidseis. Voor kabels is die eis vastgelegd in de norm EN50575. Volgens het Nederlandse Bouwbesluit zijn kabels echter geen bouwmaterialen en zou de CPR niet van toepassing zijn.

In bouwwerken dient voor laagspanningsinstallaties (tot 1kV) ofwel de gebouw gebonden installaties de norm NEN1010 te worden toegepast. In deze NEN1010 wordt voor de keuze van de CPR-brandklasse verwezen naar de NEN 8012 (brandklasse selectie).

Indien we daarentegen met een machine te maken hebben, is de norm NEN-EN-IEC60204, elektrische veiligheid van machines, van toepassing. Een machine kan bijvoorbeeld een productielijn, een robotarm of een procesinstallatie zijn en een omvangrijk deel van het gebouw in beslag nemen.

De NEN-EN-IEC60204 verwijst niet naar de NEN1010 en/of een andere CPR-norm hetgeen betekent dat de CPR niet van toepassing is op machines. Dit klopt inderdaad met de strekking van de CPR, namelijk dat deze alleen betrekking heeft op gebouw gebonden installaties. Een machine is natuurlijk geen gebouw gebonden installatie. Als de machine is aangesloten op een verdeler (EN61439) en vandaar uit wordt geschakeld, hetgeen bij grote machines het geval is, is de CPR evenmin van toepassing op de kabel die beide verbindt.



« terug naar overzicht