CPR-norm: wat u nog niet wist

Op 1 juli 2013 is de Europese verordening voor bouwproducten, de Construction Products Regu­lation (CPR) ingegaan. Deze CPR-verordening is bedoeld om betrouwbare informatie over bouw­producten en hun prestaties te verstrekken. Ook kabels vallen onder deze CPR met betrekking tot hun gedrag bij brand. In Nederland wordt via het bouw­besluit de CPR gekoppeld aan de NEN 8012. 

Op 10 juli 2015 verscheen in het Publicatieblad 
van de Europese Unie de geharmoniseerde norm 
EN 50575:2014. Die specificeert de eisen betreffende het brandgedrag van kabels in bouwwerken. Het betreft elektriciteitskabels en communicatiekabels met geleiders van metaal en glas (glasvezel) voor vaste installatie in gebouwen en civieltechnische werken. 
De nieuwe wet- en regelgeving is op 10 juni 2016 gepubliceerd. Vanaf 1 juli 2017 is de verordening verplicht.

Een belangrijke uitzondering op deze CPR-bepaling wordt gemaakt voor instrumentatiekabels, de RE-types zoals de Leoni ICON-kabels, die men gebruikt in de petrochemische en zware industrie. In het Mandate M443 is deze uitzonderingsclausule als voetnoot opgenomen omdat industriële terreinen of installaties geen verblijfsruimte/-terrein zijn zoals gebouwen en civiele werken (tunnels bijvoorbeeld). Hier is de werkgever op grond van de Arbowet verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn medewerkers. RE-kabels die toch het gebouw inkomen worden beschouwd als kabels voor machines zoals beschreven in het Mandate M443: ‘…This mandate does not cover control and power circuits inside machinery or lifts or other cables specifically designed for use in industrial processes carried out on industrial premises.’ 

Gebouwen vallen wel onder de CPR-verordening en de Nederlandse norm NEN 8012. De bekabeling voor sturing van processen of machines vormen echter geen onderdeel van het gebouw en worden in het bouwbesluit niet benoemd. Ze hoeft dus niet aan de CPR-normering te voldoen. 

Informatie: tel. 045 571 80 90 of rsplint@voltec.nl.
 



« terug naar overzicht