Een nieuwe generatie kabels, een nieuwe codering

Voltec Instrumentatiekabel

De gerenommeerde kabelproducent Leoni-Kerpen is blijvend in ontwikkeling. Dat moet ook wel, want nog nooit waren de markten zo veranderlijk, de echnologische ontwikkelingen zo groot en de toepassingsmogelijkheden zo divers als vandaag de dag. Leoni-Kerpen probeert al jaren te anticiperen op deze trends via (kleine) aanpassingen aan haar product. In veel gevallen merkt de afnemer, de leverancier en de concurrentie daar weinig van. Met de nieuwste generatie kabels zal het voor veel partijen in de kabelbranche echter even wennen worden. Niet alleen het merk en de eigenschappen van de kabels zijn dit keer aan verandering onderhevig, ook de complete codering gaat resoluut op de schop. 

Hoewel het een van de grootste veranderingen betreft op het gebied van  kabelaanduidingen in de laatste jaren, is het zeker niet voor het eerst dat in kabelland voor een andere standaard wordt gekozen. Vanaf de jaren zeventig werd de kabelmarkt decennia gedomineerd door allerlei soorten coderingen. Voor wie vertrouwd is met de kabelindustrie, klinken onder meer de British Standard (BS) en de AFNOR-en ENI-standaarden beslist bekend in de oren. Met dergelijke uiteenlopende aanduidingen ontbrak het sterk aan uniformiteit en eenduidigheid: een situatie die van wege toenemende internationale samenwerkingen meer en meer onhoudbaar werd. 

In 2000 nam Cenelec, het standaardiseringcomité voor standaarden in de elektrotechniek en de telecommunicatie, het initiatief voor de ontwikkeling van één Europese standaard. Rond 2006 leidde dit tot de daadwerkelijke implementatie van de zogenaamde EN 50288-7-standaard: de langverwachte Europese
standaard voor instrumentatiekabels was een feit. Leoni-Kerpen maakte dankbaar gebruik van deze mijlpaal en creëerde in 2009 met het merk Icon het eerste kabelmerk dat was gebaseerd op deze EN-standaardisatie.
Daar blijft het nu dus niet bij. Met de nieuwste generatie kabels wil Leoni-Kerpen een grote volgende stap zetten en de concurrentie een reuzenstap voorblijven. Deze Icon kabelproducten zijn van de nodige (milieu)technische updates voorzien én op de koop toe is er de introductie van een nieuwe manier van kabelcodering. Met deze innovatie hoopt Leoni-Kerpen zich opnieuw internationaal te onderscheiden en loopt het bedrijf voorop in de jongste ontwikkelingen. 

Onder het Icon-label vallen onder meer instrumentatiekabels, thermokoppel- extensies en compensatiekabels. Op basis van de marktvraag splitst men deze kabels op in vijf soorten oplossingen: ICON ® Base, ICON ® chem, ICON ® Artic, ICON ® safe en ICON ® Bus. Zelfs een leek zou met logisch nadenken kunnen bedenken dat bijvoorbeeld ICON ® chem wordt toegepast in de chemische industrie en dat ICON ® safe meerwaarde heeft als het gaat om veiligheid. Deze vijf soorten merkaanduidingen worden in de nieuwe codering gevolgd door een code van vijf cijfers. Het eerste cijfer correspondeert met de productfamilie, het tweede met het type geleider en het derde met het type isolatie. Tot slot bepalen het vierde en vijfde cijfer het type armering en de afscherming van de kabel.

Met de nieuwste generatie  kabels wil Leoni-Kerpen een grote volgende stap zetten en de concurrentie een reuzenstap voorblijven.



« terug naar overzicht